Stille gebieden in de stad

Te veel lawaai in de woonomgeving is één van de belangrijkste veroorzakers van gezondheidsklachten.

Stadsbewoners vertoeven graag in stille gebieden. Zulke gebieden compenseren de geluidsoverlast. Te veel lawaai in de woonomgeving is - na fijnstof - de belangrijkste veroorzakers van gezondheidsklachten zoals hart- en vaatziekten, slaapstoornissen en concentratieproblemen bij schoolkinderen; zo blijkt uit diverse onderzoeken van o.a. de WHO en de Gezondheidsraad. Op basis van deze onderzoeken is de conclusie dat het investeren in stille gebieden in de stad op termijn kostenbesparend kan zijn voor de gezondheidszorg.

Nog weinig prioriteit

Provincies beschikken al over de mogelijkheid om stiltegebieden aan te wijzen op grond van de Wet Milieubeheer. Naast deze provinciale stiltegebieden geeft de Europese Richtlijn en de vertaling hiervan in het Nederlandse Besluit Omgevingslawaai gemeenten de mogelijkheid om stille gebieden in de stad aan te wijzen en te beschermen. In de praktijk blijkt echter dat gemeenten nog weinig tot geen stille gebieden in de stad hebben aangewezen. Dit omdat de prioriteit ligt bij het terugdringen van wegverkeerslawaai. Hier worden gemeenten ook op afgerekend door het ministerie van I&M, omdat er een plicht is een actieplan op te stellen. Om die reden moet er aandacht worden besteed aan de mogelijkheden om stille gebieden in de stad te behouden of te ontwikkelen. Dit artikel is niet bedoeld om beleid voor stille gebieden vast te leggen, maar probeert wel aan te geven hoe dat beleid gestalte zou kunnen krijgen.

Rust is belangrijk

Uit het onderzoek van de Gezondheidsraad blijkt dat stadsbewoners vooral rust in huis en ook rust in de buurt belangrijk vinden. Rust elders in de stad, buiten de eigen buurt, vinden de stadsbewoners weer minder belangrijk. Mensen hebben het druk: een op de twee heeft regelmatig of vaak het gevoel tijd te kort te komen en een op de drie te weinig tijd om tot rust te komen. Een stille plek is een oase van rust in de drukke stad. Mensen willen buiten, op een stille plek, afstand nemen of even bijkomen, wandelen of fietsen, nadenken/dromen/ nietsdoen, vrijheid en geen verplichtingen ervaren en/of weer opladen/nieuwe energie krijgen. De meeste stadsbewoners kennen een stille plek in de buurt. Deze stille plek is groen of ligt aan het water. De meeste mensen vinden het belangrijk dat er geen drukte of lawaai is, dat het rustig is in vergelijking met de omringende buurt, dat er prettige kleuren zijn, dat het ruimtelijk is en goed onderhouden/schoon (Gezondheidsraad, 2006).

Wanneer is het stil?

Internationaal variëren voorgestelde richtwaarden voor een stedelijk stil gebied van 40 tot
55 dB. Ook binnen Nederland zijn er verschillen. Zo worden in het Actieplan geluid 2013 van de gemeente Delft gebieden met een waarde van 45 dB Lden of lager als stil gekwalificeerd. De gemeente Rotterdam gaat in haar Actieplan geluid van 2009 uit van 50 dB Lden of minder voor de kwalificatie stil. 

Hofjes en parken

Stille gebieden zijn vooral plekken waar bebouwing zorgt voor afscherming van het verkeerslawaai. In de ruimer opgezette wijken kan verkeerslawaai beter doordringen en is het, in de buurt en op het balkon of in de tuin, minder stil. In de centrale delen van steden zijn de stille plekken niet altijd erg groen, maar zijn vele hofjes, binnentuinen, postzegelparken en pleintjes wel oasen van rust. Daarbuiten zijn het vooral groene gebieden zoals parken en begraafplaatsen.

Stiller dan de omgeving

Een rustig gebied is niet alleen een kwestie van een laag geluidniveau, hoewel weinig
lawaai van verkeer, de dominante bron in een stad, zeker helpt. Bij de hogere geluidniveaus kan een plek als stil worden ervaren als het duidelijk minder lawaaiig is dan de omgeving. De randvoorwaarde hierbij is als het geluidniveau in de omgeving 10 dB of meer daarboven ligt. 

Maatregelen

De gemeente heeft diverse instrumenten (o.a. het bestemmingsplan en verkeerscirculatieplannen) om stilte en rust in de stad te behouden of te bevorderen: meer stille plekken in de stad, en meer oog voor het behouden van bestaande stille plekken door lawaai te weren of door plekken onbebouwd te laten. De compacte stad moet niet ten koste gaan van rust en groen. Het inzetten van instrumenten om meer te doen aan het beschermen van stille gebieden is afhankelijk van het type gebied. Voor de stedelijke groene en blauwe (water) gebieden, vooral parken, kan geluidbeleid deel gaan uitmaken van de stedelijke groenstructuur. Voor een deel is dat al het geval in bijvoorbeeld de Actieplannen van Delft 2013 en Rotterdam 2009, maar het kan duidelijker:

  • Stel per type gebied of per individueel gebied vast waar rust een criterium moet zijn.
  • Rust houdt in dat: 
    • gebiedseigen geluid (natuur, mensen, horeca zonder muziek) is toegelaten; 
    • onnodige, harde of mechanische geluiden (ventilatoren, koelingen, audio-apparatuur) moeten zoveel mogelijk worden beperkt;
    • stadsgeluid (verkeerslawaai) kan in een aantal gevallen onvermijdelijk zijn, maar het moet in (de kern van) het gebied dan wel duidelijk stiller zijn dan in de omgeving.
  • Het gebied kan verboden worden voor voertuigen met verbrandingsmotoren (vooral indien die fietspaden kunnen gebruiken). Op een bord bij de ingang kan gewezen worden op het handhaven van de rust in het gebied.
  • Voor drukke wegen langs het gebied kan worden onderzocht of de invloed ervan kan worden verminderd (stiller wegdek, afscherming, verkeersmaatregelen).
  • In nieuwe situaties kan vooraf rekening worden gehouden met voldoende rust in een gebied.

Stadsoasen verdienen bescherming

Voor groene gebieden die onder de verantwoordelijkheid van een stad vallen, zou beleid kunnen worden opgesteld. Dat kan bijvoorbeeld voor alle groengebieden, of voor alle als stille plekken aan te wijzen groene gebieden. Bij bestaande lawaaibronnen in de directe omgeving van het gebied wordt onderzocht of een reductie mogelijk is, door bijvoorbeeld afscherming, een stillere bron of verkeersmaatregelen. Nieuwe lawaaibronnen zouden moeten worden geweerd. Stadsoasen, zoals hofjes, binnentuinen of pleinen verdienen bescherming. Stadsoasen voegen veel toe aan de kwaliteit en leefbaarheid van de stad, vooral in drukke delen.
 

Onze experts

  • Erik Roelofsen

    Directeur van de NSG en eigenaar ER milieu & planologie